Het bepalen van de hoogte van een ruimte is een
belangrijk onderdeel, hoe voel je jezelf in de ruimte als deze hoger zou zijn
geweest, of juist lager? Op het moment dat je hier een bolling in maakt dan
krijg je hoogte verschillen wat door Palladio niet als ideale ruimte werd
gezien, dus probeerde hij er altijd voor te zorgen dat er een vlak plafond
kwam. Om de hoogte te kunnen berekenen van deze verschillende ruimtes zijn er
een drietal verschillende rekenmethodes bedacht. Iedere methode heeft zijn eigen
benadering.
Een van de redenen waarom Palladio bekend is geworden is
omdat hij zich standaard hield aan een aantal kenmerkende punten. Enkele
voorbeelden hiervan zijn: een duidelijk hoofd massa, symmetrie (om minstens een
as, bij villa Rotonda om alle 2 de assen), een tempelfront wat hij voor de
villa plaatste en tot slot het gebruik maken van loggia's in combinatie met een
centrale 'entree' hal. Deze principes waren voor Palladio zo belangrijk dat hij
er in 1570 een boek over heeft geschreven. Dit boek bestaat uit een viertal
delen.
Deel 1 gaat over elementen die voorkomen in zijn gebouwen. Voorbeelden hiervan zijn; kolommen, ruimtes en plafonds. In deel 1 legt Palladio uit hoe dat je ervoor moet zorgen dat deze zo precies werken dat ze als het ware perfect zijn. Voor Palladio is een villa pas comfortabel op het moment dat er als eerste is voldaan aan alle eisen die de opdracht gever heeft en daarnaast moeten alle losse elementen een samenhang hebben met het geheel en met elkaar. Hoe meer geld een opdracht gever heeft hoe groter en uitbundiger Palladio's mogelijkheden waren, hoe meer geld iemand tot zijn beschikking had hoe groter de kamers konden worden en ook hoe groter de ornamenten konden worden.
Het gevolg hiervan is dat er een aantal algemene regel volgen uit deel 1:
De wanden, kolommen en openingen staan boven elkaar;
Wanden verjongen naar boven (worden smaller);
De zuilvoeten, kapitelen en architraven zijn gemaakt van natuursteen;
Alle overige delen worden gemaakt van baksteen afgewerkt met stucwerk.
De zuildiameter is de maat voor de oranamenten.
1) Het rekenkundig gemiddelde: H=(L+B)/2
2) Het geometrisch gemiddelde: H= √ (L*B)
3) Het harmonisch gemiddelde : H= 2*L*B/(L+B)
Bij een ruimte met een vierkante of circelvormige plattegrond past Palladio een gewelf toe met als uitgangspunt: (top)hoogte 1 1/3 x breedte ruimte. Een bovenliggende ruimte is over het algemeen 4/5 x hoogte van de onderliggende ruimte.
Deel 2 gaat over de door hem ontworpen villa's en waarom deze villa's waar zijn geplaatst.
In deel 3 is een omschrijving van
wegen, bruggen, etc. en deel 4 gaat over het ontwerpen van
tempels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten